Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het brood [52]der leugen is den mens zoet; maar daarna [53]zal zijn mond vol van [54]zandsteentjes worden. 52. Dat is het goed door valse en bedriegelijke middelen gekregen. Zie boven hfdst.4 vs.17; idem vergelijk boven hfdst.9 vs.17, en de aantekening. 53. De zin is dat zulk goed hem in het einde schadelijk zal zijn en groot verdriet toebrengen. 54. Of, breekstenen, of keistenen. Zie het Hebreeuwse woord ook Klaagl.3:16.